Schotten maken al eeuwenlang whisky.
Het is een traditie die door de jaren heen door generaties aan getalenteerde meesterambachtslieden is bijgeschaafd,
waardoor elk glaasje, of het nu single malt of een blend of likeur is, op zichzelf een klein glaasje geschiedenis is.
Het is misschien raar om te horen dat voor een drank zo complex en gevarieerd,
Schotse whisky uit slechts drie ingrediënten bestaat: gerstemout, gist en water.
Allereerst wordt gerstemout gemaakt door het in water onder te dompelen.
Hierop wordt het verspreid om het te laten ontkiemen,
waarop suikers onstaan die later in alcohol worden omgezet.
De gerstemout wordt hierop in een droogoven gedroogd die soms met turf wordt gestookt
wat het eindproduct in meerdere of mindere mate zijn rokerige smaak geeft.
De traditionele, pagodavormige schoorsteen van de oven is het herkenbaar aspect van een Schotse stokerij.
Eenmaal gedroogd wordt de gerst met warm water in een maischvat gemengd om wort te maken,
de suikerige, niet-alcoholische vloeistof dat het fundament voor malt whisky vormt.
De echte magie begint pas wanneer de wort in de grote vaten, beter bekend als gistvaten, wordt overgeschonken.
Er wordt hierop gist toegevoegd om een chemische reactie te op gang te brengen,
waarbij de wortsuiker in een laagalcoholische drank wordt omgezet die wash wordt genoemd.
De wash wordt traditioneel in twee grote, herkenbare koperen ketels gestookt die als gigantische potten dienen.
Alcoholdamp wordt de zwanenhals opgestuwd om in met koud water gekoelde pijpen te condenseren.
De vloeistof stroomt van de tweede ketel in een drankkluis die voor de belastingdienst op slot wordt gehouden
om ervoor te zorgen dat elke gedestilleerde druppel wordt geteld en belast.
Aangezien de meesterstoker de alcohol niet kan ruiken en proeven wanneer het de kluis in stroomt,
moet hij dit moment volledig op zijn vaardigheden leunen.
Enkel op kleur scheidt hij de kwalitatief hoge middenloop van de drank van de kwalitatief lagere voor- en nalopen.
Zodra het destillatieproces is voltooid, wordt de drank in vaten gegoten.
Nu komt het lastigste deel; het wachten.
Whisky wordt minimaal drie jaar in bourbon- of sherryvaten gerijpt,
voordat je het officieel Schotse whisky mag noemen.
Veel whisky’s rijpen veel langer, vaak een decennium of meer.
Slapend in donkere, vochtige pakhuizen, waar het hout en de omgeving door de jaren heen de whisky zijn kleur,
bouquet en een deel van zijn natuurlijke smaak geven.
Met zijn getraind smaakpalet beslist de meesterstoker,
wanneer de gerijpte whisky klaar is om afgemaakt en gebotteld te worden.
Hoewel het basisprincipe van het stoken overal in Schotland hetzelfde is,
dragen kleine veranderingen in de ingrediënten, de omgeving, de plaatselijke voorkeur voor techniek en zelfs
de vorm en grootte van de ketels in verschillende stokerijen allemaal bij aan het enorm verschil aan smaken en bouquet.
Dit verschilt ook per regio.
Whisky’s uit de Laaglanden staan om hun zacht, gerstachtig en citrusachtig bouquet bekend,
terwijl malts uit de Hooglanden doorgaans meer robuust en nootachtig zijn, met noten van honing.
En als de stokerij aan zee staat, dringt de invloed van deze zoutige wateren erin.
Speyside staat om zijn fruitige single malts bekend en met whisky’s uit Islay kun je je niet vergissen.
Deze zijn gewoonlijk erg turfachtig en hebben een fantastisch rokerig bouquet.
Whisky’s uit Campbeltown zijn daarentegen een markante mix van karakteristieken,
variërend van rokerig tot droog en zout.
Dus of je pas whisky hebt leren kennen of al een ervaren drinker bent om al een beetje een kenner bent,
deze heerlijke drank heeft een verborgen laag die staat te popelen om geproefd en ontdekt te worden.
Slàinte!